Direct naar artikelinhoud
Column

'Liever zelfplagiaat dan zelffelicitatie'

'Ik kan het niet helpen, maar ik vind de zaak-Nijkamp enorm opgeblazen', schrijft Thomas von der Dunk. 'Het op kwantitatieve output gerichte marktdenken wreekt zich nu in de kwestie-Nijkamp.'

'Liever zelfplagiaat dan zelffelicitatie'
Beeld anp

Ik ben geen groot vriend van Gerrit Zalm. Hij blijft de man die als minister tal van burgers de beurs op heeft gejaagd, door voor de belasting op spaargeld van een fictief rendement van vier procent uit te gaan. Wie die niet binnenhaalde, had dat aan zichzelf te wijten - en dus stortten veel spaarders zich in de armen van Dirk Scheringa, Icesave en Nina Brink.

Maar ik kan niet ontkennen dat ik zijn travestie-act als de hoerenmadam Priscilla, waarin hij het bankwezen op de hak neemt bijzonder geestig vind. Ik kan er persoonlijk eigenlijk ook niets aanstootgevends aan vinden, dat een bankdirecteur zich hiertoe 'verlaagt'.

Zelfspot
Maar dat is misschien typisch Nederlands, behorend bij onze egalitaire mentaliteit, die juist van hogergeplaatsten het vermogen tot zelfspot vereist. Die zelfspot dient de voor de maatschappelijke cohesie noodzakelijke boodschap dat de leiding zich niet boven het voetvolk verheven voelt. In meer hiërarchische samenlevingen is men daartoe niet in staat. Of ziet u de Turkse premier dit al doen op de nieuwjaarsreceptie van zijn AKP?

Zalms act werd elders minder gewaardeerd. Vooral in de Angel-saksische wereld gingen de wenkbrauwen omhoog. Dat een bank zich met hoererij wenst te associëren? Gezien het taboe op alles wat met seks te maken heeft - vergelijk de Amerikaanse hysterie bij Bill Clinton met de Franse reacties op avontuurtjes van hún president - is dat voor Wall Street een brug te ver.

Dit heeft alles te maken met het ongrijpbare begrip 'cultuur' en met cultuurverschillen. In dit geval tussen landen. Maar bínnen landen kunnen die tussen diverse sectoren van de samenleving niet minder groot zijn.

Cultuurverschillen
Dan gaat het mis als men gedachteloos de normen van de ene sector naar de andere sector overhevelt. Veel van de huidige ellende in de zorg, het onderwijs, de wetenschap en het openbaar bestuur heeft daarmee te maken: dat men gedachteloos van buitenaf een model heeft opgedrukt - het marktmodel in dit geval - dat aan deze sectoren wezensvreemd is.

 
Ik kan niet ontkennen dat ik Zalms travestie-act als de hoerenmadam Priscilla, waarin hij het bankwezen op de hak neemt bijzonder geestig vind.
'Liever zelfplagiaat dan zelffelicitatie'
Beeld anp

Dat op kwantitatieve output gerichte marktdenken wreekt zich nu in de kwestie-Nijkamp met het zogeheten zelfplagiaat: de VU-hoogleraar die niet erg zorgvuldig zou zijn omgegaan met bronverwijzingen naar zichzelf en door zijn 'verborgen' gehouden herhalingen op een massale artikelenproductie kon bogen. Dat is inmiddels cruciaal om als wetenschapper voor financiering van je onderzoek in aanmerking te komen: kwantiteit telt.

Eerst dat 'zelfplagiaat'. Ik kan het niet helpen, maar ik vind de zaak enorm opgeblazen. Niet te vergelijken met Diederik Stapel, die zijn onderzoeksenquêtes alvast zelf invulde, of Mart Bax, die hele dorpen bij elkaar verzon. Nijkamp wordt vooral ongeannoteerd citeren verweten - van zichzelf.

Pedant
Ik ben van het verwijt niet onder de indruk. Bert Wagendorp stelde 9 januari terecht dat een columnist die voortdurend nadrukkelijk naar zichzelf zou terugverwijzen al snel pedant gevonden wordt.

Dat ligt bij wetenschappers wel wat anders, maar ook weer niet helemaal anders. Ook daar is enige herhaling onvermijdelijk zonder steeds te willen benadrukken dat je drie jaar geleden ook al dit vernuftige standpunt was toegedaan. Op die vorm van zelffelicitatie zit geen lezer te wachten.

Een deel van de door de pers bijeen gegoogelde 'bewijzen' van zelfplagiaat bleken vooral inleidende passages te betreffen. Terecht is er vanuit de praktijk op gewezen dat je vaak aan de hand van een verschillende casus eenzelfde probleem illustreert. Als je dan een logische manier hebt gevonden om de identieke context uit te leggen, waarom zou je dan tijd stoppen in het gekunsteld steeds weer iets anders formuleren van hetzelfde?

Herhalen
De reacties in deze geest kwamen meestal uit de exacte hoek, maar voor de humaniora geldt hetzelfde. Zelf heb ik een tijd onderzoek gedaan naar de overheidspolitiek aangaande de katholieke kerkbouw onder Willem I. Dan publiceer je onderweg ook diverse afzonderlijke casestudies over lokale kwesties in lokale historische tijdschriften.

De nationale context, die voor een beter begrip van de lokale kwestie uitgelegd moet worden, is echter steeds dezelfde. Natuurlijk neem je dan in beginsel steeds dezelfde inleiding, waarbij je hooguit weglaat wat in dit specifieke geval ter verklaring minder relevant is - zoals Willems voorganger Lodewijk Napoleon als je over een Limburgse kwestie schrijft, omdat Limburg voor 1813 nog geen deel uitmaakte van Nederland.

 
Ook bij wetenschappers is enige herhaling onvermijdelijk zonder steeds te willen benadrukken dat je drie jaar geleden ook al dit vernuftige standpunt was toegedaan.

Dacht u dan werkelijk dat ik in een voetnoot ga zeggen: deze inleidende alinea's kunt u ook letterlijk zo lezen in mijn artikel van afgelopen herfst over een contemporain conflict in Utrecht? De functie van een noot is niet alleen om je bronnen te noemen (in dit geval dus: mijzelf), maar ook om een lezer die meer informatie wil aan nuttige extra literatuur te helpen.

Geld binnenhalen
Veel redacties zitten bovendien helemaal niet te springen om een zeer uitvoerig notenapparaat en dan gaan zúlke verwijzingen naar jezelf er het eerste uit. Kwalijker wordt het pas als je iets wat een gezamenlijke vondst was zonder bronverwijzing hergebruikt. Dat risico is bij de humaniora wat geringer, omdat het fenomeen van een auteurscollectief minder gangbaar is.

Tot slot werd Nijkamp verweten - daar begon de affaire zelfs mee - dat zijn promovenda onzorgvuldig was geweest, en dat hij dat had moeten zien. Dat verwijt trof men ook gisteren aan bij de Ombudsvrouw. Ook dat getuigt van weinig inzicht in de realiteit van het wetenschapsbedrijf.

Alsof een promotor alle literatuur kan kennen, en meteen plagiaat zou kunnen herkennen - daarvoor is die veel te omvangrijk. En persoonlijk alle noten natrekken? Daarvoor is eenvoudig geen tijd. Een hoogleraar moet niet allen promovendi begeleiden, hij moet ook nog eens college geven, besturen, veel geld binnenhalen en zélf bijzonder veel publiceren - want als hij dat allemaal niet doet, dan is het voor hem ook al snel einde verhaal.

Thomas von der Dunk is cultuurhistoricus en columnist voor Volkskrant.nl

 
Alsof een promotor alle literatuur kan kennen, en meteen plagiaat zou kunnen herkennen - daarvoor is die veel te omvangrijk.