Direct naar artikelinhoud
Hoofdzaak

De mens innoveert als geen ander

De mens innoveert als geen ander
Beeld Trouw

Een dating-app voor mensen met een verstandelijke beperking, een apparaatje dat van kleur verschiet bij geluidsoverlast, een digitaal museum waarin je de schilderijen van Van Gogh tot op de pennestreek nauwkeurig kunt waarnemen. Verzin het maar eens!

 Als jurylid van de Amsterdam Science & Innovation Awards mag ik de innovatiepogingen van Amsterdamse wetenschappers beoordelen. En omdat ik evolutiewetenschapper ben, kijk ik met bijzondere aandacht naar deze voorstellen.

Het lijkt er sterk op dat de mens de enige diersoort is met het vermogen tot innovatie, het vermogen een bestaand product te vernieuwen en verbeteren. Op wetenschappelijke congressen wordt vaak hoog opgegeven over de vindingrijkheid van andere intelligente diersoorten, zoals raven, dolfijnen, en onze naaste verwanten, de chimpansees. Maar dat valt in de praktijk toch behoorlijk tegen. Sommige groepen chimpansees hebben een nieuwe eetgewoonte ontwikkeld door met een stokje in een mierennest te roeren en het stokje vervolgens af te likken. Maar het lijkt er niet op dat ze dit gebruik bewust van elkaar overnemen: als diegene die het kunstje beheerst de groep verlaat, verdwijnt het gedrag. Ook missen chimpansees het vermogen om voort te bouwen op een innovatie. Er is nog geen restaurant ontdekt in de jungles van Afrika waar chimps zich tegoed doen aan allerlei lekkernijen zoals een mierencake of termietenpizza!

Mensen deden het beter

Experimenten waarin de leerprestaties van apen worden vergeleken met mensen bevestigen het verschil in leervermogen. Duitse ontwikkelingspsychologen vergeleken de prestaties van volwassen chimpansees en orang-oetans met die van mensenkinderen van 2,5 jaar op een reeks van taken. Mensenkinderen deden het veel beter op taken waarin een sociale component van leren zit, dus waarin je eerst goed moest kijken hoe een ander de taak oploste voor je zelf begon. Mensenkinderen deden het ook beter op leertaken waarvan het doel duidelijk is - bijvoorbeeld: haal een snoepje uit een plastic buis - maar de manier waarop niet. Moet je de buis omkeren, omhoog gooien, of doorknagen?

Voordeel van dat talent is dat je steeds een slimmere manier kunt verzinnen om hetzelfde doel te bereiken. Een ander verschil is dat mensen niet afhankelijk van wat ze anderen 'live' zien doen. Om een huis te bouwen, bier te brouwen, of een statistische analyse uit te voeren, kunnen we instructies volgen op schrift of computer. En als je er niet uitkomt, is er altijd nog een docent om je te helpen.

Steeds slimmer

Evolutiewetenschappers nemen aan dat het vermogen om te innoveren pas is ontstaan bij de moderne mens, Homo sapiens, en dat deze eigenschap ontbrak bij de andere mensensoorten, zoals de Neanderthalers. Wellicht hebben ze daarom de competitie met de moderne mens niet overleefd. Dankzij onze unieke talenten hebben wij complexe culturen gecreëerd waarin de innovaties elkaar steeds sneller opvolgen en producten steeds slimmer worden. Denk aan de overgang van de tamtam naar de telegraaf, de telex, de telefoon, en nu dan de prachtige smartphone, voorlopig het toppunt van innovatie.

Ook de mens zelf wordt steeds slimmer. Onderzoek laat zien dat elke generatie 3 tot 5 punten hoger scoort op een IQ-test dan de vorige. Ten slotte zijn wetenschappelijke doorbraken vaak niet het resultaat van een eenling, maar van de inspanningen van vele generaties. Isaac Newton, misschien wel de beste wetenschapper ooit, schreef: "Als ik verder heb kunnen zien, komt dat doordat ik op de schouders van reuzen sta."

Wat betekent dit nu voor het innovatiebeleid? Eigenlijk zijn er geen subsidies of beurzen nodig om de mens aan het innoveren te krijgen, want we hebben die neiging van nature. We moeten alleen veel meer ruimte in onze opleidingen bieden om dit talent te ontwikkelen. Daartoe hebben we vakbekwame en goedbetaalde docenten nodig die onze kinderen kunnen laten zien hoe iets nu werkt en hen de ruimte geven om daarmee verder te experimenteren. Innovatiebeleid staat of valt met de kwaliteit van het onderwijs.

Mark van Vugt is hoogleraar evolutionaire psychologie aan de Vrije Universiteit en verbonden aan de Universiteit van Oxford. Lees al zijn columns terug op Trouw.nl/hoofdzaak.