nl
Hartman richtte in 2009 samen met het Instituut Fondsenwerving het keurmerk uit protest op. Volgens Hartman besteedde het CBF destijds veel te weinig aandacht aan de prestaties van goede doelen en had het te weinig oog voor de belangen van kleinere fondsenwervende instellingen. Hij deed in 2009 de belofte het KGD op te hebben als er een keurmerk zou komen dat aan zijn eisen voldeed.
‘Oude wijn in nieuwe zakken’Met de komst van de nieuwe erkenningsregeling in zicht, leek het er even op dat het zo ver was. Maar Hartman hield een slag om de arm. Een maand voor de start, in december vorig jaar, zei hij tegen De Dikke Blauwe: ‘Het leek allemaal de goede kant op te gaan. Via informele weg hoor ik dingen die mij grote zorgen baren. Als de nieuwe Erkenningsregeling en de wijze van toezicht in wezen niets anders is dan oude wijn in nieuwe zakken, een opgepoetst CBF-Keur, moeten we ons oprecht de vraag stellen: voor welk probleem is dit nieuwe stelsel eigenlijk de oplossing? Zolang hier geen duidelijk antwoord op komt, zullen we het Keurmerk Goede Doelen niet opheffen en zou ik het belachelijk vinden als de overheid er publiek geld in stopt.'
Niet automatisch in aanmerking voor Erkenningsregeling
In de brief aan de keurmerkhouders deelt Hartman namens het bestuur van de Stichting KGD mee dat de nieuwe erkenningsregeling in zijn ogen nu grotendeels aan de gewenste criteria voor een kwalitatief stelsel voldoet. Toch heeft het bestuur het niet voor elkaar kunnen krijgen keurmerkhouders automatisch voor de Erkenning in aanmerking komen. De reden daarvoor is dat de criteria van de Erkenningsregeling op een aantal punten afwijken van de criteria van het Keurmerk Goede Doelen. ‘Kijkend naar de twee sets criteria zijn we ervan overtuigd dat al onze Keurmerkhouders relatief eenvoudig aan de criteria van de Erkenningsregeling kunnen voldoen’, meldt Hartman in de brief.
Keurmerkhouders worden uitgenodigd deel te nemen aan de bijeenkomst van het CBF op 21 april voor nadere informatie.
