De Raad van de Europese Unie, waarin de ministers van de lidstaten bijeenkomen, heeft een 'instrumentarium voor cyberdiplomatie' in het leven geroepen. Daarmee wil de Raad een gezamenlijke EU-reactie op internetaanvallen mogelijk maken, bijvoorbeeld door sancties.
In de aankondiging meldt de Raad dat 'de EU onderkent dat de cyberspace belangrijke mogelijkheden biedt, maar het externe EU-optreden ook voor voortdurend veranderende uitdagingen stelt'. De Raad schrijft verder: "De EU is bezorgd over de toegenomen capaciteit en bereidheid van staten en niet-statelijke actoren om hun doelstellingen te realiseren door middel van kwaadwillige cyberactiviteiten. Die activiteiten kunnen in het kader van internationaal recht als onrechtmatige handelingen worden bestempeld en aanleiding geven tot een gezamenlijke EU-respons."
Volgens de EU is het niet toegestaan dat staten internetaanvallen vanuit hun grondgebied laten plaatsvinden. Om dat tegen te gaan, wil de EU gebruikmaken van zogenaamde beperkende maatregelen. Welke dat precies zijn, maakt de Raad niet duidelijk. De sancties kunnen in principe verschillende vormen aannemen, bijvoorbeeld het onderbreken van diplomatieke betrekkingen. Ook het bevriezen van tegoeden behoort tot de mogelijkheden. De Raad concludeert dat niet alle EU-maatregelen naar aanleiding van kwaadaardige activiteiten vereisen dat die activiteiten worden toegewezen aan een staat of aan een 'niet-statelijke actor'.
Verder zouden de genomen maatregelen in verhouding moeten staan tot 'de reikwijdte, de omvang, de duur, de intensiteit, de complexiteit, de verfijning en de impact van de cyberactiviteit'. Bij het huidige voornemen gaat het volgens de Raad om een aanzet tot gezamenlijke diplomatieke reactie en het idee moet in de toekomst nog verder uitgewerkt worden.