Inspiratie

Update big data en robotisering: van digitale trend tot dagelijkse praktijk

0

“Adapt or die.” “Data is the new oil.” Het zijn een paar uitspraken over het belang van robots en data in de toekomst. Sensoren in apparaten op het Internet of Things, kunnen waarnemingen doen én zelfstandig waarnemingen van andere apparaten opvangen en verwerken. In de praktijk leidt dit nu al tot efficiëntere rijroutes voor afval, een optimale inschatting van het moment om te zaaien en oogsten en zelfs koeien melken en voedsel brengen. De technologie die ooit begon in industriële toepassingen, doet steeds meer haar intrede in ons dagelijks leven. Een paar voorbeelden.

eDay 2014

Deze voorbeelden kreeg ik tijdens eDay 2014, het Emerce-congres over digitale trends, marketing, e-commerce en online media. Ieder jaar verzamelen zich duizenden professionals voor dit event. Dat was ook het geval afgelopen donderdag, waar vele tientallen topsprekers te zien waren. Mijn interesse ligt vooral bij social media en digitale trends, en gelukkig was er op dat vlak een prima line-up. De sprekers stelden dan ook niet teleur. Ik volgde lezingen over Big Data, Internet-of-Things en Robotisering.

Data & data-analyse voor winnende prestaties

De zaal was goed gevuld voor het verhaal van Jop Esmeijer van TNO. Zijn lezing spitste zich voornamelijk toe op de combinatie van big data en Internet of Things. Esmeijer begon zijn verhaal met de trailer van de film ‘Moneyball’ met Brad Pitt. De trailer vertelt het verhaal van het kwakkelende honkbalteam Oakland Athletics. In deze film werkt Brad Pitt samen met een econoom die een inkoopbeleid van spelers voorstelt op basis data en statistiek. Het motto wordt ‘Adapt or die’ en het nieuw samengestelde team weet twintig wedstrijden op rij te winnen. Dat is dus wat data en data-analyse kan doen.

Big data, trend of ‘het nieuwe goud’?

‘Data is the new oil’ wordt er anno 2014 vaak geroepen. Toch is het zoals het bij iedere trend gaat: veel bedrijven zijn wel bezig met big data, maar vooral omdat ze het gevoel hebben ‘iets’ met big data te moeten doen. Omdat er nou eenmaal veel ‘buzz’ is of omdat de concurrentie het ook doet. Zelfs Neelie Kroes maakt zich sterk om de waarde van big data onder ogen te zien.

Accepteer cookies

Internet of Things

De koppeling met ‘the Internet of Things’ (IoT) is volgens Esmeijer logisch. IoT wordt ook wel the internet of objects genoemd. Het is namelijk de trend dat steeds meer fysieke objecten worden voorzien van slimme sensoren die kunnen communiceren met het internet. Ze hebben dus de mogelijkheid waarnemingen te doen, maar kunnen ook waarnemingen van andere apparaten opvangen en verwerken. Soms met tussenkomst van mensen, soms niet, al of niet volledig geautomatiseerd. Deze sensoren produceren vaak behoorlijk wat (big) data. In Esmeijers lezing komen meer sprekende voorbeelden voorbij over hoe big data en IoT zorgen voor een efficiëntere werkwijze. Ik haal drie ervan aan.

1. Meer efficiency bij afvalverwerking in Deventer

Bij het Deventerse afvalvrij.nl zijn bijvoorbeeld de afvalbakken voorzien van sensoren. Die sensoren meten wanneer een afvalbak wordt gevuld, door wie en wanneer de afvalbak vol zit. Door deze data te bekijken, krijgt het afvalverwerkingsbedrijf inzicht in bepaalde patronen en kan het de rijroutes efficiënt bepalen. Ook kun je deze rijroutes snel intensiveren op het moment dat er veel gebruik van de afvalbakken wordt gemaakt. De gemeente is natuurlijk vooral geïnteresseerd in de vraag hoe de afvalheffingsbelasting kan worden geïndividualiseerd op basis van gebruik.

2. Kun je dierengeluiden in zee gebruiken om realtime gaslekken te detecteren?

Ook het bedrijf Statoil houdt zich actief bezig met IoT en big data. Hun leidingen en boorplatformen zijn gevuld met allerlei sensoren; deze houden allerlei natuurkundige waarden bij om het complexe pomp- en leidingenstelsel in de gaten te houden.

In de data die de sensoren produceren, is het bedrijf ook op zoek naar patronen en inzichten die niet direct voor de hand liggen. Ze onderzoeken bijvoorbeeld in hoeverre de geluiden van dieren in de zee gebruikt kunnen worden om in realtime gaslekken te detecteren.

3. Gepersonaliseerde aanbiedingen op basis van aankopen

Een voorbeeld over het toepassen van big data-inzichten is de wijze waarop de Amerikaanse winkelketen Target registreert of een vrouw in verwachting is op basis van haar inkopen in de eerste drie maanden van de zwangerschap. Door middel van ’in store notifications’ op de smartphone (met behulp van iBeacons), zou de klant – theoretisch – ook nog specifieke info of aanbiedingen kunnen ontvangen.

Belang interactieve visualisatie neemt toe

Het onderzoek naar het verband tussen concrete verkoop en verschillende omgevingsfactoren zoals het type weer, de beurskoersen, een bepaalde dag, tijd, of locatie wordt ook steeds verder geprofessionaliseerd. Maar het is wel zo: hoe meer data er komen, hoe meer mensen met deze data moeten werken, hoe belangrijker interactieve visualisatie-tools worden.

Robotisering & steeds slimmer wordende apparaten

Esmeijer presenteerde ook twee voorbeelden van hoe fysieke objecten zelf ook steeds slimmer worden.

Beter zaaien, oogsten én koeien melken: robots in de landbouw

Tractorfabrikant John Deere focust zich bij de bouw van tractoren steeds meer op sensortechnologie, algoritmen en data-analyse. De tractor verzamelt middels sensoren informatie over het land en kan berekenen wanneer het de beste tijd is om te zaaien of oogsten. In de landbouw gebeuren sowieso interessante dingen op het gebied van IoT en big data. Zo is er de voederrobot en de melkrobot van Lely. Deze fysieke robots zijn zelflerend. Zij kunnen koeien melken en voedsel brengen. Door slimme berekeningen kunnen zij de hoeveelheid voer en de geleverde hoeveelheid melk op elkaar afstemmen en per individueel dier optimaliseren.

Robots gaan van industrie naar ons dagelijks leven

De tweede lezing die ik volgde ging nog dieper in op de ontwikkeling dat robots steeds slimmer worden. Vanessa Evers van de universiteit van Twente sprak over de (toekomstige) rol van robots in onze samenleving en trok een volle zaal. In het kort schetste zij hoe robots zich meer en meer verplaatsen van de industrie naar ons dagelijkse leven, zoals ons woonhuis, verpleeghuizen, ziekenhuizen en kantoren.

Hobbel voor robots: sociale omgangsvormen

Hoe ze van een gestructureerde (fabrieks-)omgeving steeds meer naar een ongestructureerde menselijke wereld gaan. Een wereld waar interactie en sociale context de kern vormt van wie wij zijn. En laat nou juist dat voor robots erg moeilijk zijn. Onze sociale omgangsvormen zijn namelijk ontzettend complex.

Sociale context is complex

Om dit te illustreren liet Evers een filmpje zien over hoe vervelend wij het vinden wanneer iemand naast ons komt zitten, als er overal nog plaats is. Dat leidde tot behoorlijk wat hilariteit in de zaal. Het onderstreepte hoe complex sociale context, gedragsregels, normen en waarden zijn voor robotonderzoekers en wetenschappers om te tackelen.

Sociale robot: zeehond Paro

De robot krijgt wel stap voor stap een steeds ‘socialer’ karakter. Hij sluit steeds meer aan op de wensen van de mens en komt beter in contact met de mens.

Een mooi voorbeeld daarvan is de aaibare robotzeehond Paro. Deze pluche robot moet voor dementerende ouderen aanvoelen als een levende babyzeehond. Het bevat allerlei soorten sensoren die ervoor zorgen dat hij kan reageren wanneer ouderen tegen hem spreken of hem aaien. Paro maakt dan geluiden en beweegt de staart en ogen. Het kan tevens stemmen herkennen.

Gamechanger: prijsdaling van robots

Jarno Duursma en Zeno R25.

Wat in de wereld van de robotica inmiddels ook erg goed gaat is het “distilleren” van emotie uit gezichtsuitdrukkingen. Door te kijken naar licht en schaduw op een gezicht en dat te koppelen aan een database, kan de robot emoties herkennen.

Wat de ontwikkeling van robots nu nog remt is dat ze erg prijzig zijn, maar dat is snel aan het veranderen. Robots komen steeds meer binnen het bereik van de ‘gewone gebruikers’.

Waar eerder het prijskaartje van een robot meestal nog buitensporig hoog was, zie je dat dat aan het veranderen is. De prijsdaling is volgens Evers een echte game changer.

De robot Pepper komt in februari 2015  op de markt voor 2000 dollar, Zeno R25 kost ongeveer 5000 dollar. Het is een kleine mensachtige robot die “sociaal intuïtief” is en goed in staat is de menselijke uitdrukkingen na te bootsen. Het zit vol met sensoren, slimme software, acht microfoons en een camera die mensen en objecten waarneemt. De ZENO R25 kan kinderen verhalen vertellen of ze een nieuwe taal leren.

Zo kun je je content effectief organiseren

Té hooggespannen verwachtingen

Wel past er in al deze ontwikkelingen nog een belangrijke voetnoot. Evers liet weten dat de verwachtingen door de toegenomen belangstelling voor robots wel érg hooggespannen zijn. Letterlijk en figuurlijk kleine (sociale) stapjes zijn voor de ontwikkelaars vaak het resultaat van jaren werk. Bestaande beelden over wat robots in de korte toekomst zouden kunnen, moeten wat haar betreft dus wat worden bijgesteld: die robot-butler of robot-verpleegkundige blijft echt nog even in de toekomst.

Later die middag interviewde ik Vanessa Evers over wat robots eigenlijk goedbeschouwd zijn. Over wat robots wel en niet kunnen en wanneer ze in staat zijn grote groepen mensen op de arbeidsmarkt te vervangen. En over waar robots juist niet zo goed in zijn. We spraken ook over de macht die we weggeven aan kunstmatige intelligentie en of we ons eigenlijk zorgen moeten maken. Daar had Evers een genuanceerd antwoord op.

Minpuntjes

Waren er ook minpuntjes deze dag? Jazeker. De organisatie was niet vlekkeloos, helaas. De bereikbaarheid was matig (veerpont, kleine shuttlebusjes, lang wachten) en veel autorijders klaagden over de slechte bereikbaarheid (volle parkeerplaatsen). Ook verwacht je van de catering van een evenement waar mensen 495 of 595 euro voor hebben betaald, geen lange rijen met een hele beperkte voorraad. Ook voor een kop koffie stond je vaak te lang in de rij. Een kleine vlek op een verder prima dag.

Meer video-interviews van Jarno vind je op YouTube. Foto intro met dank aan Fotolia.