Mensen met een zeer grote woordenschat kennen ongeveer 52.000 woorden, terwijl mensen die weinig taalvaardigheid hebben slechts 27.000 woorden gebruiken.
Iedereen blijft echter nieuwe woorden leren tussen het twintigste en zestigste levensjaar: gemiddeld één per twee dagen.
Dat melden Belgische onderzoekers in het wetenschappelijk tijdschrift Frontiers in Psychology.
Engels
De wetenschappers kwamen tot hun bevindingen doormiddel van een online taaltest die werd gemaakt door bijna een miljoen mensen.
Alle deelnemers aan de test werden geconfronteerd met honderd woorden (zeventig bestaande woorden en dertig verzonnen begrippen) De proefpersonen moesten zo snel mogelijk aangeven welke woorden ze kenden en welke woorden volgens hen niet bestonden.
Tot nu toe baseren de wetenschappers hun conclusies over de gemiddelde woordenschat alleen op de prestaties van Engels sprekende deelnemers. Ze hebben echter ook al kleinschalige experimenten uitgevoerd met vergelijkbare testjes in het Spaans en Nederlands.
Bekendheid
De nieuwe studie zegt volgens hoofdonderzoeker Marc Brysbaert van de Universiteit van Gent niet alleen iets over de gemiddelde woordenschat van mensen. Met gegevens uit het onderzoek hebben de wetenschappers ook berekend hoe veel woorden volwassenen gemiddeld per dag leren. Verder biedt het onderzoek inzicht in de snelheid waarmee mensen reageren op verschillende woorden.
"Bij onze onderzoeken in het Nederlands zagen we bijvoorbeeld dat mensen veel sneller reageren op woorden die alle sprekers van de taal kennen, dan op woorden die slechts 95 procent van de populatie kent", aldus Brysbaert op nieuwssite Phys.org.
Ook voor toekomstig taalonderzoek is de studie van belang, benadrukt de Belg. "Ik kan me voorstellen dat onderzoekers over honderd jaar zeer geïnteresseerd zullen zijn in onze gegevens, omdat ze ermee kunnen zien hoe de Engelse taal tegen die tijd is geëvolueerd."