Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.
Politiek

‘NZa verwaarloosde Gotlieb, ministerie schuurde langs de wet’

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) moet opgesplitst worden. De dubbele taak van de organisatie, het opstellen van regels én het controleren van ziekenhuizen en zorgverzekeraars, dient te verdwijnen. Bovendien moet het management en het personeelsbeleid sterk verbeterd worden. Dat adviseert de commissie-Borstlap in een hard rapport over de toezichthouder die de zorgmarkt van jaarlijks 90 miljard euro bewaakt.

De commissie heeft ook kritiek op het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), dat zich te veel bemoeit met het werk van het onafhankelijk bestuursorgaan NZa. De relatie tussen ministerie en NZa is toe aan een “forse onderhoudsbeurt”. Borstlap deed onderzoek in opdracht van minister Schippers (Zorg, VVD) en presenteert morgen zijn conclusies. Het NOS-journaal en NRC hebben belangrijke delen van het commissierapport in handen.

Beeld: Facebookpost van Bert Kreemers, secretaris van de commissie

Klokkenluider verwaarloosd

Het onderzoek begon in april. Toen werd bekend dat Arthur Gotlieb, de klokkenluider van de Nederlandse Zorgautoriteit die begin dit jaar zelfmoord pleegde, een lijvig bezwaarschrift had geschreven tegen zijn beoordeling en behandeling door zijn werkgever. Daarin stelde hij ook andere misstanden binnen de organisatie aan de kaak.

Over de behandeling van Gotlieb is de commissie helder: hij werd vanaf 2007 “verwaarloosd” en “genegeerd” door zijn managers die het “kennelijk aan managementvaardigheden en empathie” ontbrak. Gotlieb is “niet de zorg en begeleiding geboden die passend was geweest”. Hij werd “al dan niet bewust” uitgesloten van werkbesprekingen en hij kreeg aantoonbaar minder scholing en coaching dan zijn collega’s.

Een “intentionele tegenwerking” van zijn leidinggevenden heeft de commissie niet kunnen vaststellen. “Niettemin kan zij zich indenken dat Arthur Gotlieb deze handelwijze als tegenwerking heeft beleefd.” Volgens de commissie had Gotlieb ook zelf duidelijker om hulp kunnen vragen.

Zwak personeelsbeleid

De commissie, onder leiding van Raad van State-lid Hans Borstlap, heeft ernstige kritiek op het personeelsbeleid. De afdeling Human Resources is zwak, vertrouwenspersonen worden “soms ronduit gewantrouwd” en de leiding heeft “te weinig menselijke aandacht”. Op alle niveaus is gebrek aan tegenspraak.

De door Gotlieb aangekaarte jarenlange onveiligheid van vertrouwelijke en privacygevoelige informatie binnen de NZa wordt door de commissie bevestigd. “Wat op papier correct leek te zijn, was in de alledaagse werkelijkheid verworden tot een slordige omgang op de werkvloer, tekortschietend toezicht en onvoldoende (…) corrigerend optreden.” Een “onverantwoorde gang van zaken”, volgens de commissie. Pas maanden na de dood van Gotlieb, en in het zicht van perspublicaties, deed de NZa diepgaand onderzoek naar de beveiliging van vertrouwelijke informatie, constateert Borstlap.

Ongerechtvaardigde inmenging

Het ministerie van Volksgezondheid (VWS) bemoeit zich volgens de commissie ten onrechte met individuele zaken die de NZa zelf zou moeten afhandelen. Het ministerie dient de zelfstandige positie van de NZa te respecteren, vindt Borstlap. De commissie onderzocht hoe het ministerie zich met een subsidieverstrekking aan het Oogziekenhuis Rotterdam bemoeide.

Na druk vanuit VWS, waarbij “geschermd werd met een standpunt van de minister”, kreeg het ziekenhuis alsnog extra subsidie van de NZa. Volgens Borstlap is door de handelwijze van het ministerie “de schijn van ongerechtvaardigde inmenging” gewekt. Het ministerie opereerde op paden “die schuren” langs de wet.

Borstlap vindt dat de relatie met het ministerie ingrijpend moet veranderen. Hij stelt wijzigingen voor in de organisatie, zoals het schrappen van de dubbele taak van regelgeving en handhaving. De NZa zou ook een raad van toezicht moeten krijgen en een drie- in plaats van tweehoofdig bestuur. De twee bestuurders traden in juni af, na publicaties in deze krant over hun declaratie- en reisgedrag.

Drie belangrijke conclusies:

1. Over Gotlieb

Arthur Gotlieb was volgens de commissie een toegewijde, deskundige en hardwerkende medewerker, maar hij was ook introvert en geneigd zich af te schermen. Hij wist zich op schrift uitermate vaardig uit te drukken maar mondeling was hij minder assertief. Gotlieb werd volgens de commissie verwaarloosd, genegeerd en zelfs uitgesloten van belangrijke werkbesprekingen. De commissie heeft geen bewuste tegenwerking kunnen vaststellen, maar kan zich indenken dat Arthur Gotlieb dat wel zo beleefde. Hij kwam ook terecht in een situatie van „overbelasting”, hoewel dat volgens de commissie niet blijkt uit het officiële aantal werkuren dat hij geregistreerd heeft.

2. Over het personeelsbeleid

De commissie maakt gehakt van het door de NZa gevoerde personeelsbeleid. De personeelsafdeling richtte zich te veel op het ondersteunen van het management in plaats van de medewerkers. Tegenspraak miste op vele niveaus in de organisatie. Vanuit de leiding is te weinig tijd en energie besteed aan personeelsbeleid. De gehanteerde managementstijl had te weinig aandacht voor de menselijke aspecten, was te veel gericht op de inhoud. De commissie beveelt aan om krachtige en gezaghebbende vertrouwenspersonen aan te stellen.

3. Over de relatie met het ministerie

Borstlap vindt de relatie tussen het ministerie en de NZa ongezond en stelt ingrijpende hervormingen voor. De commissie adviseert om de contacten tussen de top van de NZa en het ministerie te beperken. De NZa zal beter de rol van onafhankelijk bestuursorgaan moeten bewaken. Het ministerie moet op haar beurt de zelfstandige positie van de NZa respecteren. Het departement zou zich per definitie niet meer met individuele kwesties bezig moeten houden zoals de verstrekking van subsidie aan het Oogziekenhuis Rotterdam. Dan passen „terughoudendheid”en „prudentie”. De NZa moet opgesplitst worden zodat het stellen van regels en de handhaving ervan en het toezicht op de instellingen niet meer in één en dezelfde organisatie huizen. De manier waarop het ministerie ‘meedenkt’ met conceptadviezen van de NZa moet ook gewijzigd worden.

Klik hier voor een overzicht van alle stukken van NRC over de NZa.

Klik hier voor de productie over de NZa op NRC Reader