Dit is een artikel uit het NRC-archief De artikelen in het archief zijn met behulp van geautomatiseerde technieken voorzien van metadata die de inhoud beschrijven. De resultaten van deze technieken zijn niet altijd correct, we werken aan verbetering. Meer informatie.

Boeken

Herinnering en overspel: leestips voor de beginnende Grøndahl-lezer

Jens Christian Grøndahl

Portret van een man werd dinsdag in DWDD uitgeroepen tot Boek van de Maand. Maar wie was toch die dekselse Jens Christian Grøndahl die het schreef?

Men kende hem (vanaf 7 minuut 40) niet:

De Deen Jens Christian Grøndahl (1959) debuteerde al in 1985 met de roman Kvinden i midten. Dat werk is, tot op heden, niet naar het Nederlands vertaald, maar veel ander werk van hem wel. Vanaf 1998, toen Stilte in oktober verscheen, volgden de vertalingen elkaar echter in rap tempo op, waarschijnlijk ingegeven door de positieve ontvangst van Grøndahls werk in Nederland.

Een greep uit de recensies die de afgelopen 17 jaar in NRC Handelsblad verschenen:

Stilte in oktober (1998)

4473_5460c8684e4f7_4473

De vertaling van het in 1996 gepubliceerde Tavshed i oktober werd door recensent Kester Freriks als “een grote verrassing” onthaald. De roman, over een kunsthistoricus die in een maalstroom van heftige herinneringen belandt als zijn vrouw hem verlaat, dreef voornamelijk op de stijl. Freriks noemde het boek

“een majestueus bewijs van Flauberts stelling dat een roman gedragen moet worden door de stijl en niet door de gebeurtenissen. Grøndahl is wars van pathetiek of sentiment, hoewel de pijn schrijnt achter elke regel. Zijn intensiteit is die van de klare wanhoop, de koele obsessie.”

Lucca (2000)

3556_5469ab04a4b28_3556

Opvolger Lucca drijft op dezelfde thematiek. De vrouwelijke hoofdpersoon Lucca, zo genoemd naar de Toscaanse stad, is actrice. In de wereld van kunstlicht en kostuums, van geleende teksten in film en theater, voelt zij zich thuis. Veel geluk kan ze echter niet aan haar kunst ontlenen: de roman begint met een auto-ongeluk waarbij zij blind wordt en een deel van haar geheugen verliest. Vlak voor het ongeval kreeg zij van haar man te horen dat hij van haar wilde scheiden. In het ziekenhuis komt zij onder behandeling van een chirurg, ook gescheiden, vader van een dochter van twaalf die hij slechts met tussenpozen ziet. De zwaar gewonde vrouw en de chirurg, Robert, voeren nachtenlange gesprekken waarin haar geheugen langzaam terugkeert.

Vanuit een doktersroman-thema vertakt zich vervolgen een boek over een generatie van mannen en vrouwen halverwege de dertig tot diep in de veertig die allemaal een of meerdere malen getrouwd zijn geweest, kinderen hebben en richtingloos hun leven leiden, van de ene kortstondige relatie in de andere duikend. Volgens recensent Kester Freriks werd de roman bevolkt door mensen die “nergens geluk of vervulling” vinden. Hij noemde ze een “gedistingeerd gezelschap van ontwortelden”.

Virginia (2001)

11957_5460c4e41a737_11957

In de niet meer dan de honderd bladzijden die deze novelle over de Tweede Wereldoorlog telt, speelt zich een bijna klassiek drama af van noodlot en schuld. In de buurt van een Deens zomerhuisje wordt een Engels vliegtuig, een bommenwerper op weg naar Kopenhagen, door Duits afweergeschut neergehaald. De piloot weet met zijn valscherm te ontkomen. Het meisje, verliefd op de piloot, verbergt hem in het bos. Zij weet niet dat de jongen haar volgt. De jongen wijst, ongewild, twee Duitse soldaten de weg naar de schuilplaats van de Engelsman.

Die jongen ontvangt vijftig jaar later een brief van een oudere vrouw, het meisje van toen. Zij schenkt hem de ijzeren sigarettendoos van de piloot. Erin zit één sigaret van het merk Virginia, waarmee de titel is verklaard. Ineens beseft de man welk aandeel hij heeft gehad in het “verraad” jegens de Engelse piloot, die een krijgsgevangene geworden is. Het geheim van het meisje, namelijk waarom ze hem op afstand hield, wordt op die laatste bladzijde ontsluierd. Volgens Kester Freriks was Virginia een

“beeldschone, tedere novelle waarin een oudere man terugblikt op zijn verliefdheid voor een blond meisje. De sigaret van het merk Virginia werkt als het madeleine-koekje bij Proust”.

Indian summer (2002)

Schermafbeelding 2015-04-02 om 12.20.31

Omdat Grøndahl voet aan grond kreeg in Nederland, werd ook zijn oudere, korte roman Indian summer uit 1994 vertaald.

De schrijver in Indian summer heet August en hij brengt veel tijd zoek met wachten en voor zich uit staren. De roman begint argeloos met een stijlvolle weergave van een feest bij de uitgeverij. August viert er de herdruk van zijn debuut uit zijn vroege jeugd. Hij ontmoet opnieuw Alma, de fotografe die een portret van hem maakte voor het achterplat. Ze raken, net als eertijds, in een heftige verliefdheid verzeild die Alma beëindigt wanneer zij onder de indruk raakt van een vriend van August, de heerszuchtige en beroemde schilder Gustav.

Wanneer aan het slot Gustav levensbedreigend ziek wordt en sterft, blijft de fotografe aan zijn zijde. Ondertussen hebben ze een dochter gekregen, Becky. Vanwege de treurige verwikkelingen rond haar vader komt zij terug van een verre reis. De geschiedenis herhaalt zich: August raakt verliefd op haar – en wanneer ze samen op bed liggen, de oudere man en het jonge meisje, belt Alma op, haar moeder en Augusts ex-geliefde. Ook Becky zal August voor een ander verlaten en zo is de cirkel weer rond. Aan het slot valt de schuchtere schrijver bijna van een steile trap. Een “wonderlijke en droef boek”, oordeelde NRC, “dat overheerst wordt door een fraaie, ingetogen stijl”.

Veranderend licht (2003)

4465_5460c3bbc0919_4465

In de roman Veranderend licht stort de wereld van de vijftigjarige Irene Beckman in wanneer zij ontdekt dat haar man een tijdlang een verhouding heeft met een jongere vrouw. Als Martin dat tijdens een familiediner meedeelt, komt voor beide volwassen kinderen de klap hard aan, maar zij vergeven hem deze faux pas wonderlijk snel. Sterker: ze zien er zelfs de rechtvaardigheid van in. Het al jaren durende huwelijk tussen vader en moeder ontbeert nu eenmaal de vlammende passie van het begin. De empathie van de kinderen staat in schril contrast tot de wanhoop van moeder Irene, een meer dan zelfstandige vrouw en bovendien een echtscheidingsadvocate. Zij heeft altijd in vrijheid en weelde geleefd, maar nu wordt de bodem onder haar voeten weggeslagen.

“Grøndahls romantechnische kracht ligt in de langzame opbouw. Met een oneindig scala aan details, vermoedens, bange voorgevoelens en voortekenen suggereert hij de angst van Irene voor de aanwezigheid van die andere vrouw in het leven van haar man, op zijn kantoor en zelfs in hun huis”,

constateerde NRC, dat het daarnaast een “grootse roman” noemde.