Springzaad

speelnatuur.wordpress.com

Feestelijke afsluiting in Diepenheim 13 januari 2012

Op 16 december vorig jaar was het dan zover; de laatste bijeenkomst van het project Kind in de Natuur/Impuls Natuurlijke Speelplaatsen. De afgelopen jaren is er veel gebeurd op het gebied van natuurspeelplaatsen in Overijssel. Dat bleek wel uit de presentatie die Marijke Wester en Marjan Wagenaar hielden. Ondanks het miezerige weer had niemand er bezwaar tegen om daarna naar buiten te gaan om het BinnensteBuitenBos te bewonderen. Na terugkeer in de warme Herberg zweefden er in de hoofden van een aantal al weer nieuwe ideeën rond over hun eigen ontwerpen!

Kennis gebundeld

Tijdens de bijeenkomst hebben we 7 factsheets gepresenteerd, met de kennis die de afgelopen jaren binnen het project is opgedaan. Hieronder zijn alle factsheets te downloaden in PDF formaat.

Overigens wordt er achter de schermen nog gewerkt aan een 8ste factsheet: over kosten en financiering!

Wil je de factsheets graag in gedrukte versie ontvangen? Dat kan! Neem contact op met NMO via wester@natuurenmilieuoverijssel.nl of 038 – 42 50 960.


In 2012 verder op eigen kracht

Deze bijeenkomst was de laatste in een reeks bijeenkomsten over natuurspeelplaatsen in Overijssel. Het project is afgelopen en dat houdt in dat er geen nieuwsbrieven meer zullen zijn, geen bijeenkomsten meer worden gehouden … Tijdens de laatste bijeenkomst hebben een aantal mensen uitgesproken dat dat toch wel erg jammer is. Zowel uit Almelo als vanuit de Sallandse Heuvelrug ontstond een initiatief om in 2012 het netwerk opnieuw bij elkaar te roepen voor een bijeenkomst. Goed nieuws dus! Natuur en Milieu Overijssel zal in 2012 het adressenbestand van geïnteresseerden bijhouden. De initiatiefnemers zullen t.z.t. contact opnemen met NMO om de uitnodigingen te verzenden.

Meer nieuws daarover volgt binnenkort o.a. in de laatste nieuwsbrief van het project.
Woon of werk je in Overijssel en ben je nog niet betrokken bij het netwerk? Schrijf je dan alsnog in bij Marijke Wester en je ontvangt in 2012 alsnog de uitnodigingen voor bijeenkomsten.

 

Eindfeestje Kind in de Natuur 15 november 2011

Het project loopt ten einde! Jammer, maar we stoppen er niet mee zonder afscheid te nemen.

Graag nodigen we u dan ook uit voor het ‘eindfeest’ van het project Kind in de Natuur op vrijdag 16 december. De afgelopen vier jaar hebben we met z’n allen hard gewerkt aan natuurspeelplaatsen in Overijssel; natuurorganisaties, particulieren, scholen, bedrijven, gemeenten, etc. Inmiddels is Overijssel heel wat natuurlijke speelplekken rijker!


Factsheets
Natuurlijk hebben we de afgelopen vier jaar ook veel geleerd. Over praktische dingen, bijvoorbeeld waar je een goede waterpomp kunt bestellen en hoe het nu zit met die zo ingewikkeld lijkende keuringen. Maar ook over inspiratie, ontwerpen, aanleggen en feestjes vieren. We hebben deze kennis gebundeld in een aantal factsheets. Tijdens de bijeenkomst is er voor iedereen uiteraard een bundeltje van deze factsheets! Bovendien laten we zien wat er de afgelopen 4 jaar is gebeurd in de provincie rondom natuurlijk spelen.


BinnensteBuitenBos
En ja, waar organiseer je zo’n eindfeestje? Natuurlijk doen we dat weer op een locatie waar wat interessants te zien is. Tijdens de bijeenkomst in Deventer, eind 2009, heeft u een presentatie gezien van het BinnensteBuitenBos in Diepenheim. Wellicht kunt u zich daar nog iets van herinneren? Toen was er alleen nog een tekening en 2 enthousiaste ontwerpers. Nu is er op het plein een prachtige natuurspeelplek in wording! Het is nog niet helemaal af, maar u bent vast net zo nieuwsgierig als wij om te zien hoe dit idee zich verder ontwikkeld heeft en in de praktijk uitpakt. Mocht het tegen die tijd flink vriezen; neem dan uw schaatsen mee, want het BBB is behalve natuurspeelplek ook een kleinschalige ijsbaan!


Programma 16 december:
14.00 uur ontvangst op locatie in Diepenheim (na aanmelding ontvangt u details over de locatie).
14.15 uur presentatie ‘4 jaar Kind in de Natuur’ door Marijke Wester en Marjan Wagenaar
14.35 uur rondleiding BinnensteBuitenBos
15.30 uur borrel 
16.00 uur afsluiting


Zelf ook wat presenteren?
Wilt u zelf ook wat presenteren tijdens deze laatste bijeenkomst? Of een vraag stellen, een kwestie bespreken, iets laten zien waar u trots op bent? Neem dan contact met ons op.


En hoe dan verder in 2013?
De afgelopen vier jaar hebben we gemerkt dat spelen in de natuur een heuse trend is geworden. Er zijn dan ook nog minstens zo veel plekken in ontwikkeling als dat er plekken gerealiseerd zijn. De kennis die we verzameld hebben op www.kindindenatuur.nl blijft gelukkig gewoon bestaan. Tijdens de themabijeenkomsten heeft u bovendien kennis gemaakt met anderen die in de regio bezig zijn met speelnatuur; uw eigen netwerk uitgebreid. Natuur en Milieu Overijssel blijft daarnaast beschikbaar als vraagbaak.

We hopen van harte u te zien op het eindfeestje! Aanmelden kan bij wagenaar@natuurenmilieuoverijssel.nl .
Met vriendelijke groet,

Marijke Wester & Marjan Wagenaar

 

De ideale natuurspeelplaats in Enschede 9 oktober 2011

Ambtenaren bij elkaar
Hoe ziet je ideale natuurspeelplaats eruit? Op 6 oktober kwamen ambtenaren uit heel Overijssel in Enschede bij elkaar om het thema natuurspeelplaatsen te bespreken. In iedere gemeente is er wel een ambtenaar die verantwoordelijk is voor speelplekken. In de grotere gemeenten heeft hij of zij daar een dagtaak aan, in de kleinere gemeenten is het meestal onderdeel van een breder takenpakket. Hoewel Overijssel 25 gemeenten telt en iedereen is uitgenodigd, zijn er vandaag helaas maar een stuk of 11 bij elkaar. Het Overijsselse netwerk van ambtenaren die verantwoordelijk zijn voor speelplekken is begin dit jaar ook al bij elkaar geweest. Toen is besloten de volgende bijeenkomst helemaal aan natuurspeelplekken te wijden. Omdat het zo’n ‘hot topic’ is!

Echte natuur, graag
We praten onder andere over de definitie van een natuurspeelplaats. Na een tijdje ontstaat er een soort consensus; speelnatuur staat zo dicht mogelijk bij echte natuur. Bij het zien van foto’s van een ‘natuurspeelplaats’ die is ontworpen en aangelegd door een niet nader te noemen bureau is bijna iedereen het eens: ‘te kunstmatig’, ‘niks aan’, te ‘toestellerig’. Misschien komt het omdat er meer mannen aanwezig zijn dan ik meestal meemaak als het over speelplekken gaat, maar in deze groep heerst toch een duidelijke voorkeur voor het ‘echte’, de natuur zoals het is.

Peuterformaat
Na een hoop gepraat en discussie, over de meerwaarde van speelnatuur en, hoe kan het ook anders, veiligheid en aansprakelijkheid, mogen we naar buiten. Benno Buursink neemt ons eerst mee naar een basisschool waar een natuurspeeltuin is aangelegd voor de peuters. Het is een klein plekje, een smalle strook langs het schoolgebouw, en alles is op ‘peuterformaat’. Het is staat aardig ver af van de echte natuur, maar toch zijn de meesten geloof ik wel onder de indruk. Het is ook passend, op deze plek en voor deze doelgroep.

Ideaal: Zweringbeekpark
Het mooiste onderdeel van de dag was voor mij een bezoek aan het Zweringbeekpark. Een park ingeklemd tussen een woonwijk en de snelweg, een plek waar de gemeente oorspronkelijk een beetje mee in haar maag zat. Het is een prachtige natuurplek geworden! Het is geen netjes aangeharkt en kortgeknipt park. Het is ook geen weiland of akker, of bos. Het is een landschap geworden, spannend en afwisselend, met poelen, zandstrandjes, een fietspad erdoor en vele bruggetjes. De Zweringbeek meandert door het gebied, waardoor er allerlei verschillende planten groeien en steile en flauwe oevers zijn. Het voelt aan als een stukje echte natuur, toegankelijk gemaakt. Er zijn geen echte speeltoestellen, of het moeten de enorme mikadostokken zijn. Een kunstwerk, hoor ik later. Het park is 19 ha groot en aangelegd voor mensen van 0 tot 100. Tonny Veldhuis vertelt dat het een enorm succes is; moeders lopen er met kinderwagens, er komen hardlopers, hondenuitlaters, ‘hang’jongeren én spelende kinderen. Mensen uit de wijk kennen elkaar van het park.

Deze plek, deze doelgroep
Helaas zien we vandaag, tussen de buien door, alleen een eenzame wandelaar met zijn labrador. Maar je ziet het voor je: kinderen varen op hun rubberbootje, graven in het zand, spelen met het water, jongeren zonnen op de strandjes. Ze lopen met schepnetjes rond, wroeten tussen de planten aan de oevers, rennen over het veld en scharrelen tussen de bosjes aan de randen. De sfeer is prettig. Tonny vertelt over de dubbele gaspijp die onder onze voeten loopt, en de elektriciteitskabels boven ons hoofd zijn niet te missen. Op de achtergrond hoor je continue het geraas van de snelweg. En toch is de sfeer aangenaam. Een prachtige plek, kortom. De ideale natuurspeelplaats? Voor deze plek, voor deze doelgroep volgens mij wel. 

 

Speeltuin of bos? Speelbos! 15 september 2011

Landschap Overijssel is al vanaf de start van het Overijsselse netwerk betrokken bij het onderwerp en heeft de afgelopen jaren intern hard gewerkt aan het realiseren van natuurspeelplaatsen. Met Pasen van dit jaar werd het eerste ‘tastbare’ resultaat opgeleverd. Het eerste speelbos ligt naast bezoekerscentrum Hof Espelo, even buiten Enschede. In haar laatste magazine ‘Natuurlijk Overijssel’ staat een mooi artikel over het speelbos. Je kunt het hier (pg 20) en  hier (pg 21) en hier downloaden.

Als je een exemplaar van het magazine wilt ontvangen, kun je een mailtje sturen naar info@landschapoverijssel.nl.

 

Wind; een feest voor het oor 6 september 2011

Onlangs plaatste Kees Both op de nieuwssite van Springzaad onderstaand bericht:

“Het fenomeen Wind
Onlangs waren we in Vlissingen. Op de boulevard aldaar bevindt zich een ‘windorgel’, bestaande uit verticaal geplaatste bamboebuizen, waarin gaten gemaakt zijn. Het is een soort blaasinstrument dat wordt bespeeld door de wind. Dit instrument produceert een heel scala aan tonen: lage, sonore en hogere tonen. Indrukwekkend. Het is een heel bijzondere manier om het fenomeen wind te ervaren, door de muziek van de wind hoorbaar te maken.

Ik herinnerde mij het werk van Mins Minssen, een pedagoog, die werkzaam was bij het Institut für die Pädagogik der Naturwissenschaften (IPN) in Kiel. Hij ging en gaat daarbij uit van een fenomenologie van de wind en de muziek die deze maakt en ontwikkelde ‘windharpen’: snaarinstrumenten die door de wind tot klinken gebracht worden. Dat is een intensieve vorm van natuurbeleving, in dit geval van een voor kinderen boeiend en tegelijk mysterieus verschijnsel als de wind.

“Wat doet de wind als hij niet waait?”
Een kind vroeg bijvoorbeeld eens: ‘Wat doet de wind als hij niet waait?’ We zeggen dat de wind ‘opsteekt’ en weer ‘gaat liggen’. We ervaren dat de wind ‘iets doet’. Natuur, kunst en techniek kunnen via deze muziekinstrumenten verenigd worden.

Mijn vraag is: wie kent voorbeelden van zulke combinaties van akoestische natuurverschijnselen, in dit geval de wind, en geluid, c.q. muziek in tuinen voor kinderen of elders?

Overzicht literatuur
Ik heb wat literatuur kunnen achterhalen, die ik hier noem:
In mijn bezit zijn:

  • Minssen, M. (1997), Zur Phänomenologie des Windes und der Windmusik. In: Böhme, G. & G. Schiemannn (Hrsg.), Phänomenologie der Natur. Frankfurt: Suhrkamp
  • Schweitzer, I. & M. Minssen (1998), Phänomenologische Zugänge im Sachunterricht: Wind und Windmusik. In: Marquardt-Mau, B. & H. Schreier (Hrsg.), Grundlegende Bildung im Sachunterrichts. Kiel/ Bad Heilbrunn: Gesellschaft für Didaktik des Sachunterrichts / Klinkhardt.

Verder bestaat het volgende boek (niet in mijn bezit)

  • Äolsharfen: Der Wind als Musikant Door: Mins Minssen, Georg Krieger, Erich Bäuerle, Alexander Pilipczuk, Jürgen Hagen Frankfurt: Verlag Erwin Bochinsky, 1997. 211 pag. ISBN 3-923639-14-7

Het is waarschijnlijk dat er ook Engelstalige en wellicht zelfs Nederlandstalige publicaties zijn. Wie daarvan op de hoogte is: laat s.v.p. even weten!

Kees Both”

Hij kreeg er een hele reeks antwoorden op, die hij niet voor zichzelf wilde houden. De reacties (tot nu toe althans) staan hieronder. En als je er zelf nog iets aan toe wilt voegen; graag!

 

Pret met de Pomp 1 september 2011

Filed under: Praktische ideeën — M. Wagenaar @ 13:59
Tags: , , , , ,

De waterpomp is één van de meest populaire onderdelen op een natuurlijke speelplaats. Water trekt kinderen als een magneet aan en ze kunnen er uren mee spelen. En wat is er leuker dan water dat beweegt, takjes meeneemt in de stroom, verkoelend over je voeten stroomt en wat je zelf kunt sturen?

Bevroren, stuk, kapot gemaakt
Bij volwassenen zorgen de waterpompen echter nogal eens voor hoofdbrekens. We kennen allemaal de verhalen van beheerders die tijdens een controle moeten constateren dat de pomp al voor de vierde keer in het jaar vernield is door ‘vandalen’. Of dat hij stuk is omdat spelende kinderen er steentjes en takjes in hebben gepropt. Vorst is ook een vraagstuk: zullen de leidingen in de winter niet kapotvriezen? Een goede kwaliteit pomp is dus best een investering waard. Een voorbeeld dat ik tegenkwam is het Apeldoornse bedrijf VRM, dat oorspronkelijk waterpompen voor ontwikkelingslanden maakte. Het zijn pompen zonder poespas, stevig en niet al te duur.

Doordachte aanleg
Ontwerp- en aanlegfoutjes kom je ook nog wel eens tegen. Een pomp op een heuvel is leuk bedacht, want het water stroomt vanzelf naar beneden. Maar op zijn weg sleurt het wel zand en aarde mee, met als gevolg dat de pomp na een speelseizoen op eenzame hoogte staat en de heuvel is verdwenen. Op het waterspeelpad van proefboerderij Aver Heino verdween zo in één zomer een flinke zandheuvel in een beekje. Inbedden in beton dan maar, zowel de pomp zelf als het begin van de waterloop. De heuvel blijft intact, en als het water ergens op een lager niveau toch in het zand uitkomt is er aan speelwaarde weinig ingeboet. Beton is wat minder mooi en de vraag is of het passend is op een natuurspeelplaats, maar ik heb er inmiddels fraaie versies van gezien waarin het beton mooi was weggewerkt. Enig onderhoud vraagt dat natuurlijk wel.

Je hebt water en water
Een volgende vraag is welk water je gebruikt: leidingwater of grondwater? Op scholen en kinderdagverblijven verkiest men vaak het zekere boven het onzekere. Leidingwater is drinkbaar en je wilt het natuurlijk niet op je geweten hebben, laat staan er juridisch gedoe mee krijgen, als een kind ziek wordt van het drinken van grondwater. Overigens geeft de GGD aan dat de risico’s van het inslikken van een klein beetje grondwater best te overzien zijn! Het gevolg is natuurlijk wel dat er een aan- en uitknop op de pomp komt, anders is het bij een warme zomer een flinke kostenpost. De speelplaats beschikt dus niet altijd over water uit de pomp (of het kraantje). Op sommige plekken is dat op te lossen door andere bronnen van water beschikbaar te maken voor kinderen; stromend water uit een beekje, bijvoorbeeld. Er zijn echter ook voorbeelden van scholen waar juist heel bewust voor regenwater is gekozen. In het boek ‘Vrij spel voor natuur en kinderen’ is een voorbeeld beschreven van een school in Duitsland waar het vrij weinig regent. Al het regenwater wat op het dak van de school valt, wordt opgevangen in een reservoir en tijdens het speelkwartier stroomt het water via een stroompje het speelplein op. De school heeft er bewust voor gekozen kinderen op deze manier bewust te maken van het belang van regen en water.

Op andere natuurspeelplaatsen, bijvoorbeeld in het bos of in de woonwijk, wordt vaak wel voor grondwater gekozen. Grondwater is gratis en bovendien wordt er geen drinkwater verspild. Bij gebruik van grondwater is het wel aan te bevelen onderzoek te doen naar de kwaliteit ervan.

Water en zand: sterke combi
Dan is er nog de vraag wat er met het water gebeurt als het uit de pomp komt. Valt het direct in het zand? Of eerst op een betonnen ondergrond? Of in een opvangbak, van hout of uitgesneden uit een boomstam? Er zijn een hoop leuke varianten bedacht. Ik vind het altijd wel belangrijk dat het water uiteindelijk in zand of aarde terecht komt. Dat is vormbaar materiaal waar kinderen dammetjes in kunnen bouwen, het water een bepaalde kant op kunnen leiden, en zandkastelen bouwen met nat zand of modder. De combinatie van water en zand is volgens mij één van de sterkste krachten op een natuurspeelplaats. Het water in kiezels of stenen weg te laten lopen vind ik daarom altijd jammer, hoewel het wel voor minder vieze kleren zorgt.

Juiste maat en type
Ik ben inmiddels een beetje afgedwaald van de pomp zelf. Nog even terug dan, want er is nog een aspect aan pompen dat de moeite van het bespreken waard is. Bij het uitkiezen van een geschikte pomp is het belangrijk om niet alleen op de vorm en prijs te letten, maar ook op de maat. Kunnen kinderen bij de hendel? Hoe zwaar is het om te pompen? En kun je er ook bij vanuit een rolstoel? Doet de pomp het altijd of moet je er, als hij wat uitgedroogd is, eerst een flinke emmer water ingooien? Veel kinderen weten dat niet en denken dat de pomp stuk is; dan staat de pomp er tijden lang ongebruikt bij en dat is natuurlijk zonde.

Gezellig samen spelen
Een laatste aspect van de pomp is nog dat je er eigenlijk minstens met z’n tweeën mee moet spelen. De ene pompt, de ander speelt met het water. Het stimuleert kinderen dus om contact te leggen met elkaar en samen te werken. In sommige situaties is dat een welkome extra impuls voor kinderen om nieuwe vriendjes te maken. Hoewel… het pompen zelf is natuurlijk niet het leukste karwijtje en laatst zag ik twee kinderen spelen waarvan ik me afvroeg in hoeverre hun omgang werkelijk op vriendschap gebaseerd was. Een jongetje stond bij de pomp zich in het zweet te werken, terwijl 2 meter verderop een meisje met het natte zand speelde. ‘Oh, dit is écht zwaar’, klaagde het jongetje na een tijdje. ‘Doorpompen!’ commandeerde het meisje toen hij even op adem kwam. En hij wijdde zich gauw weer aan zijn taak…

Lees hier een interview met pompenmaker VRM.

Ken je meer bedrijven die goede pompen maken of weet je meer tips? Geef hieronder een reactie!

 

 

Een landje vol verwachting 17 juni 2011

Wel vier hectare groot is het, en fase 1 is zo goed als afgerond. Het ontwerp is al duidelijk zichtbaar, hoewel je nog je fantasie moet gebruiken om de begroeiing in volle glorie te zien. Het is donderdag aan het einde van de ochtend en Ine Reinders en ik lopen over de ‘Schellerdriehoek’, een groene oase midden in de woonwijk Schelle in het zuiden van Zwolle. Ik ben langsgekomen om met Ine en Gerard Mostert te praten over hun plannen voor het terrein. Het is bewolkt en af en toe valt er een spatje. Behalve wij is er geen kip te zien op het terrein, alleen een scholekster en haar bijna volgroeide jong.

Park Schellerdriehoek

Ine is secretaris van de belangenvereniging Schellerdriehoek, en in die hoedanigheid al jaren betrokken bij het terrein. Haar achtertuin grenst aan het open veld. Het veld is helemaal omsloten door bebouwing en altijd in gebruik geweest als weiland. De plannen om het terrein vol te bouwen met meer woningen zijn nu definitief van de baan; het mag een park worden, toegankelijk voor iedereen. Er zijn inmiddels 3 ingangen gecreëerd, maar de hekken staan er nog voor.

De aanleg van het park, de grove contouren zogezegd, is opgenomen in fase 1 van het plan. Dit is nu zo goed als afgerond. In fase 2 zijn onder andere de aanleg van natuurlijke speelplekken opgenomen. Een belangrijke wens van de belangenvereniging is om de speelplekken ook geschikt te maken voor kinderen met een beperking. Helaas is er op dit moment geen geld beschikbaar voor deze fase, dus blijft het er even bij. Jammer, vindt Ine, want het zou geweldig zijn als alle kinderen uit de omgeving hier komen spelen in de natuur. De belangenvereniging geeft de moed echter niet op en werkt er hard aan om ook de natuurlijke speelplekken gerealiseerd te krijgen.

Het terrein ziet er nu ook al mooi uit; het is lekker groot en er is genoeg ruimte voor verschillende doelgroepen. Naast het terrein liggen o.a. schooltuinen. Her en der is al wel een poging gewaagd om het terrein aantrekkelijk te maken voor kinderen; overtollige grond is in netjes gevormde bulten bij elkaar gelegd. Er is echter nog wel wat meer nodig. De grond erom heen is strak vlak gemaakt. De slootjes zorgen voor veel water in het gebied. Maar de meeste slootkanten zijn erg stijl en daardoor is het water nu niet makkelijk toegankelijk voor kinderen.

Volop ideeën voor vrijwilligerswerk

Als natuurgids bij het IVN in Zwolle is Ine druk doende om kinderactiviteiten te bedenken die ze samen met scholen op het terrein kan uitvoeren. Ook is er een groepje vrijwilligers dat heeft toegezegd om de wilgen aan de rand van het terrein te knotten. De staken die daar vanaf komen, kunnen langs slootjes in de grond gezet worden en daar opnieuw wortel schieten. Ook fantaseert ze over de mogelijkheid om met de staken een tunnel te maken over het pad heen. Een levende tunnel dan, uiteraard.

Voor de natuurlijke speelplaatsen heeft de belangenvereniging genoeg ideeën, maar nog geen concreet ontwerp. Ik hoop dat dat er gauw komt; dan kunnen al deze vrijwilligers volgens een stevig basisplan aan de slag en voorkom je dat het een rommeltje van losse (leuke!) initiatieven wordt. Er zijn veel mogelijkheden; ik ben erg benieuwd hoe het er over een paar jaar uitziet!

Meer informatie op: http://sites.google.com/site/schellerdriehoekbelang/home

 

Nooit af 3 juni 2011

Al weer even geleden, op donderdag 19 mei, vond in Deventer op de Ulebelt de 3e themabijeenkomst plaats van het Overijsselse netwerk. Dit maal ging het over kwaliteit; wat maakt nu een goede natuurlijke speelplaats? Het meest opvallende aan de bijeenkomst vond ik nog wel dat we – met zo’n 20 deelnemers – zo eensgezind waren over het antwoord. Was het misschien spannender geweest als mensen ook andere invalshoeken hadden laten zien? Of is heel Overijssel het roerend eens?

Variatie

Het antwoord op de vraag was eensgezind, maar lastig om in één zin samen te vatten. Uit mijn aantekeningen haal ik wel een paar kernwoorden. Variatie bijvoorbeeld. Variatie in soorten materialen. Hout, water, stenen, beestjes, zand. Of, zoals Ity Busstra het in haar presentatie verwoordde, ‘op een goede speelplek zijn alle elementen aanwezig, en allemaal bespeelbaar gemaakt. Dus:

  • zand en aarde om bijvoorbeeld kastelen te bouwen,
  • een plekje om naar de wolken te staren of iets dat klingelt in de wind, schaduw
  • water: open water, water om op te pompen, stromend water, water om beestjes in te zoeken,
  • en als laatste vuur, bijvoorbeeld een kampvuur (wat natuurlijk lang niet overal zomaar kan).

Maar ook variatie in de zintuigen van kinderen die je aanspreekt; kijken, luisteren, ruiken, proeven en voelen. Zeker voor jonge kinderen is het belangrijk dat al hun zintuigen voldoende worden aangesproken en uitgedaagd, om ontwikkeling te stimuleren. Het kijken en luisteren: dat komt op school wel goed!

Natuurrijkdom

De vraag wat de natuur nu precies te bieden heeft aan spelende kinderen, heeft ook met die variatie te maken. Hoe rijker de natuur op een plek, hoe gevarieerder en verrassender de plek is voor kinderen. Een speelplek zomaar ‘groen’ maken is dan niet voldoende; goed nadenken over verschillende soorten planten. De één ruikt lekker en trekt insecten aan, de ander bloeit zo mooi en een derde is om op te eten. Wat vakkennis over planten, bomen, bloemen en kruiden is dan ook niet weg. “De natuur kun je als ontwerper nooit overtreffen.”

Vormbaar

Eén deelnemer vertelde dat zij hun speelplek het thema ‘Nooit Af’ hebben meegegeven. Nooit af, omdat de planten en bomen steeds verder groeien, de speelplek meegaat in de seizoenen, en met bijvoorbeeld het snoeiafval weer nieuwe dingen gemaakt kunnen worden. Maar ook ‘nooit af’ omdat kinderen er zelf telkens nieuwe dingen aan toe kunnen voegen en oude elementen hergebruiken. Zo is de speelplek een levendige bedoening, altijd in beweging. De aanwezigheid van materiaal dat de kinderen hiervoor kunnen gebruiken, is dan ook heel belangrijk. Speelaanleidingen kunnen dan ontstaan door kinderspel, bieden gelegenheid voor creativiteit en ontdekken.

Kinderspel

Het spel van kinderen ontwikkelt zich in de loop der jaren. Ity Busstra gaf aan dat je daar heel goed rekening mee kunt houden in het ontwerp. Een paar voorbeelden: De eerste jaren is de aanwezigheid van volwassenen heel belangrijk. Voor die doelgroep is het dus o.a. heel belangrijk dat de ouders het naar hun zin hebben op de speelplek. Vanaf een jaar of 7 gaan kinderen vormgevend aan de slag, en kunnen ze samen met andere kinderen iets bouwen. Vanaf een jaar of 10 wordt het voor kinderen lastiger om het spel uit zichzelf te halen. Zij hebben daardoor meer uitdaging nodig, en letterlijk ook meer ruimte. Hoe ouder, hoe groter, wilder en verder.

Een mooie middag, afgesloten met een rondje over de Takkenbende (natuurspeelplaats op NME centrum de Ulebelt). Hartelijk dank aan de Ulebelt voor de gastvrijheid!

Marjan Wagenaar

Zaterdag 4 juni = Feestdag op De Kleine Tuinman!

Op zaterdag a.s. (4 juni) organiseert de stichting Aardekinderen een feestdag op De Kleine Tuinman. Een mooie gelegenheid om de tuin, ontworpen en onderhouden door Ity Busstra, eens te bewonderen! Er zijn activiteiten voor kinderen als schminken, pony rijden, muziek maken en broodjes bakken boven een vuurtje. Lees meer op de website van De Kleine Tuinman (kijk bij Agenda).

 

Wat is nu een goede natuurlijke speelplaats? 13 mei 2011

Al eerder was de kwaliteit van speelnatuur hier onderwerp van ‘geblog’. Wat is dat toch met natuurlijke speelplaatsen? De vraag naar natuurlijke speelplaatsen rijst de pan uit, maar toch blijkt er iedere keer weer discussie te ontstaan over wat het nu eigenlijk is. Een leuk onderwerp om dus eens een themabijeenkomst aan te wijden! Op 19 mei a.s. gaat dat gebeuren, en je kunt je nog opgeven. Vanuit een pedagogische visie geeft Ity Busstra weer wat de speelwaarde van natuur kan zijn.

Natuurlijk of spelen?
Nu ik al een tijdje meedraai in het Overijsselse netwerk, wordt me steeds duidelijker waar de discussie precies over gaat. De centrale vraag is: NATUURLIJKE speelplaatsen of natuurlijke SPEELPLAATSEN? Volgens het ideaal plaatje is een natuurlijke speelplaats beide: een natuurrijke plek die spannend en uitdagend is voor kinderen om te spelen.

Inmiddels ken ik echter ook voorbeelden van schoolpleinen waar de natuur zo belangrijk is geworden dat kinderen er (deels) niet meer mogen komen. Ze zouden de natuur maar vertrappen, planten uittrekken en er een kale vlakte van maken.

En natuurlijk ook voorbeelden waar het spelen bovenaan staat en de natuur niet zo belangrijk is. Speelplekken die wel ‘natuurlijk’ worden genoemd, maar waar de natuur niet veel meer is dan een groene uitstraling, een decor om in te spelen. Waar geen vlinder zich zal laten zien; eigenlijk een toestellenlandschap van hout in plaats van staal.

Wat is voor opdrachtgevers van belang?
Als opdrachtgever moet je goed in de gaten hebben wat je wilt, en of je een opdrachtnemer hebt die dat ook snapt. Heeft je hovenier verstand van ecologisch beheer? Heeft je ontwerper verstand van speelwaarde? Of toch liever op de ‘traditionele’ manier een toestellenleverancier inschakelen? Wat vind je zelf belangrijk?
Het belooft een interessante bijeenkomst te worden! Ik ben heel benieuwd. Je kunt hier het programma bekijken, en je opgeven via wester@natuurmilieu.nl. Tot volgende week!

 

Eerst zelf proberen 29 april 2011

Eén van de leukste aspecten van kijken naar spelende kinderen, vind ik de zichtbare ontwikkeling die kinderen doormaken. Het groeien, eerst voorzichtig uitproberen, misschien weifelend, dan de moed verzamelen en doorzetten. Als je valt doet het soms pijn, en dat is niet leuk. Maar als het lukt staan kinderen soms versteld van hun eigen lef en kunnen; dat is prachtig om te zien. Bij de opening van het speelbos op het landgoed Hof Espelo in Enschede zag ik een jongetje dat dit meemaakte:

De Klimpaal
Een jongetje van een jaar of 8 rent op de hoogste klimpaal af en slaat zijn armen om de dikke stam. Hij kijkt omhoog. Daar bovenin, wel bijna 3 meter boven de grond, is een stoel uitgezaagd. “Mama, help ‘es!”, roept hij. Zijn moeder blijft op een afstandje staan kijken. “Je probeert het eerst zelf maar eens”, zegt ze, “begin maar eens met een kleinere”.

Het jongetje kijkt om zich heen en loopt naar een andere klimpaal, nog niet half zo hoog. Het kost hem even wat moeite, maar even later zit hij boven op de paal. Al snel is hij uitgekeken. Hij laat zich naar beneden zakken, loopt weer terug naar de hoge paal en klimt er haast moeiteloos in. Eenmaal boven kruipt hij in de stoel en roept triomfantelijk: “Ik ben de koning van het bos!”

Via deze link kun je overigens de rest van het verslag van de opening lezen met meer foto’s.

Belangrijk voor deze ervaring is natuurlijk de houding van de moeder. Hoe vaak hebben we als volwassenen wel niet de neiging om kinderen wel even te helpen? Even ergens op te tillen? Een zetje te geven? Of juist de andere kant: nee, blijf daar maar af, dat kun jij niet. Door die eerste neiging te onderdrukken en kinderen aan te moedigen, krijgen ze de kans om het zelf te leren. En hoe trots ze dan zijn als het lukt!

Spelen in de echte natuur
Iets anders dat me opviel tijdens de opening van het speelbos, is dat kinderen leken te ontdekken dat je ook in de ‘echte’ natuur best leuk kunt spelen. Behalve de speelaanleidingen en –toestellen die door Landschap Overijssel zijn neergelegd, staan er ook nog gewone bomen in het speelbos. Kinderen die waren uitgekeken op de klimpalen bekeken die bomen ineens met andere ogen: daar kun je ook best inklimmen! Eén jongetje maakte het wel erg bont en klom wel zeker 7 meter hoog in een oude beuk. Gelukkig deed hij dat vaker. Een meisje klom een paar meter in een andere beuk en vond een heerlijk zitplekje vanwaar ze het hele speelbos kon overzien. Ook heb ik kinderen verstoppertje zien spelen (“Ja, Jelle, gezien, achter die boom, Kevin, achter díe boom, mama, achter díe boom!”). En het beekje dat langs het speelbos loopt trok ook aandacht. Allemaal spel dat ook vóór de aanleg van het speelbos mogelijk was, maar waar kinderen niet op leken te komen. Het speelbos lijkt kinderen en hun ouders nu wel op het idee te brengen in de natuur te komen spelen. Wat mij betreft in zijn opzet daardoor zeer geslaagd!